Jachthondensport Vanaf ongeveer 1900 worden honden geselecteerd op specifieke jachteigenschappen. De staande en drijvende honden sporen het wild op waarna het gefixeerd of opgedreven wordt. Tijdens de meutejacht volgt een grote groep brakken een wildspoor. Een aantal rassen is gefokt voor de ondergrondse jacht. Na het schot worden de retrievers ingezet voor het apporteren van geschoten wild.

Aangezien de mogelijkheden om te jagen in Nederland sterk zijn afgenomen, gaat tegenwoordig slechts een klein deel van deze honden nog mee op jacht. Om tegemoet te komen aan de erfelijke aanleg van de hond kan men de jachthondensport beoefenen. De jachthondensport kent twee onderdelen, namelijk de veldwedstrijden en jachthondenproeven.

Alle feestelijkheden zijn achter de rug, vele Nederlanders hebben ondervonden dat het Hare Majesteit heeft behaagd aan bijzondere dienaren een lintje uit te reiken. Het ene lintje is het andere niet! Een lintje in de hondensport is iets héél anders. Het lijkt er niet op! Wat wij met een lintje bedoelen is duidelijk heid ten aa nzien van de werkende jachthond in een proef. Hoe vaak gebeurt het niet dat op een Workingtest , OWT ( of een Map ) de keurmeester de proef gaa t uitleggen en aan de voorjager verteld dat dáár ( ruim 100 meter verder) bij die dikke boom ( er staan er wel 20!!) en die lage groene struik ( ze zijn allemaal laag en groen) een eend of dummy ligt.